目录

3-2 Locations and times of day

名词

de dag: [dɑx]

中/英:天/day

性:阳性

单数 复数
主(N) de dag de dagen
宾(A) de dag de dagen
与(D) de dag de dagen
属(G) de dags de dagen
  • 主格(Nominativ):De dag is zonnig. (今天阳光明媚。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik geniet van de dag. (我享受这一天。)
  • 与格(Dativ):Ik werk op de dag. (我在白天工作。)
  • 属格(Genitiv):De activiteiten van de dags. (一天的活动。)

de week: [weːk]

中/英:周/week

性:阳性

单数 复数
主(N) de week de weken
宾(A) de week de weken
与(D) de week de weken
属(G) de weeks de weken
  • 主格(Nominativ):De week is druk. (这周很忙。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik plan mijn week. (我计划我的一周。)
  • 与格(Dativ):Ik werk tijdens de week. (我在一周内工作。)
  • 属格(Genitiv):De evenementen van de weeks. (周的活动。)

de maand: [maːnt]

中/英:月/month

性:阳性

单数 复数
主(N) de maand de maanden
宾(A) de maand de maanden
与(D) de maand de maanden
属(G) de maands de maanden
  • 主格(Nominativ):De maand is lang. (这个月很长。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik plan mijn maand. (我计划我的一个月。)
  • 与格(Dativ):Ik werk in de maand. (我在这个月工作。)
  • 属格(Genitiv):De hoogtepunten van de maands. (这个月的亮点。)

de maandag: [ˈmaːndaːx]

中/英:星期一/Monday

性:阳性

单数 复数
主(N) de maandag de maandagen
宾(A) de maandag de maandagen
与(D) de maandag de maandagen
属(G) de maandags de maandagen
  • 主格(Nominativ):De maandag is zwaar. (星期一很累。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik begin mijn werk op de maandag. (我在星期一开始工作。)
  • 与格(Dativ):Ik heb een vergadering op de maandag. (我在星期一有个会议。)
  • 属格(Genitiv):De taken van de maandags. (星期一的任务。)

de dinsdag: [ˈdɪnsdaːx]

中/英:星期二/Tuesday

性:阳性

单数 复数
主(N) de dinsdag de dinsdagen
宾(A) de dinsdag de dinsdagen
与(D) de dinsdag de dinsdagen
属(G) de dinsdags de dinsdagen
  • 主格(Nominativ):De dinsdag is druk. (星期二很忙。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik werk op de dinsdag. (我在星期二工作。)
  • 与格(Dativ):Ik plan afspraken op de dinsdag. (我在星期二安排约会。)
  • 属格(Genitiv):De activiteiten van de dinsdags. (星期二的活动。)

de woensdag: [ˈʋoːnsdaːx]

中/英:星期三/Wednesday

性:阳性

单数 复数
主(N) de woensdag de woensdagen
宾(A) de woensdag de woensdagen
与(D) de woensdag de woensdagen
属(G) de woensdags de woensdagen
  • 主格(Nominativ):De woensdag is halverwege. (星期三是中点。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik werk op de woensdag. (我在星期三工作。)
  • 与格(Dativ):Ik heb lessen op de woensdag. (我在星期三有课。)
  • 属格(Genitiv):De taken van de woensdags. (星期三的任务。)

de donderdag: [ˈdɔndərdaːx]

中/英:星期四/Thursday

性:阳性

单数 复数
主(N) de donderdag de donderdagen
宾(A) de donderdag de donderdagen
与(D) de donderdag de donderdagen
属(G) de donderdags de donderdagen
  • 主格(Nominativ):De donderdag is bijna weekend. (星期四几乎是周末了。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik werk op de donderdag. (我在星期四工作。)
  • 与格(Dativ):Ik heb een afspraak op de donderdag. (我在星期四有一个约会。)
  • 属格(Genitiv):De evenementen van de donderdags. (星期四的活动。)

de vrijdag: [ˈvrɛidaːx]

中/英:星期五/Friday

性:阳性

单数 复数
主(N) de vrijdag de vrijdagen
宾(A) de vrijdag de vrijdagen
与(D) de vrijdag de vrijdagen
属(G) de vrijdags de vrijdagen
  • 主格(Nominativ):De vrijdag is ontspannen. (星期五很放松。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik werk op de vrijdag. (我在星期五工作。)
  • 与格(Dativ):Ik ga uit op de vrijdag. (我在星期五出去。)
  • 属格(Genitiv):De activiteiten van de vrijdags. (星期五的活动。)

de zaterdag: [ˈzaːtərdaːx]

中/英:星期六/Saturday

性:阳性

单数 复数
主(N) de zaterdag de zaterdagen
宾(A) de zaterdag de zaterdagen
与(D) de zaterdag de zaterdagen
属(G) de zaterdags de zaterdagen
  • 主格(Nominativ):De zaterdag is druk. (星期六很忙。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik werk op de zaterdag. (我在星期六工作。)
  • 与格(Dativ):Ik plan mijn activiteiten op de zaterdag. (我在星期六计划我的活动。)
  • 属格(Genitiv):De evenementen van de zaterdags. (星期六的活动。)

de zondag: [ˈzɔndaːx]

中/英:星期天/Sunday

性:阳性

单数 复数
主(N) de zondag de zondagen
宾(A) de zondag de zondagen
与(D) de zondag de zondagen
属(G) de zondags de zondagen
  • 主格(Nominativ):De zondag is rustig. (星期天很安静。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik rust op de zondag. (我在星期天休息。)
  • 与格(Dativ):Ik ga naar de kerk op de zondag. (我在星期天去教堂。)
  • 属格(Genitiv):De rust van de zondags. (星期天的安宁。)

het spel: [spɛl]

中/英:游戏/game

性:中性

单数 复数
主(N) het spel de spellen
宾(A) het spel de spellen
与(D) het spel de spellen
属(G) het spels de spellen
  • 主格(Nominativ):Het spel is leuk. (游戏很有趣。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik speel het spel. (我玩游戏。)
  • 与格(Dativ):Ik leer door het spel. (我通过游戏学习。)
  • 属格(Genitiv

):De regels van het spels. (游戏的规则。)

de gast: [xɑst]

中/英:客人/guest

性:阳性

单数 复数
主(N) de gast de gasten
宾(A) de gast de gasten
与(D) de gast de gasten
属(G) de gasts de gasten
  • 主格(Nominativ):De gast is welkom. (客人是受欢迎的。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik ontvang de gast. (我接待客人。)
  • 与格(Dativ):Ik praat met de gast. (我与客人交谈。)
  • 属格(Genitiv):De komst van de gasts. (客人的到来。)

de voet: [vut]

中/英:脚/foot

性:阳性

单数 复数
主(N) de voet de voeten
宾(A) de voet de voeten
与(D) de voet de voeten
属(G) de voets de voeten
  • 主格(Nominativ):De voet is pijnlijk. (脚很疼。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik masseer de voet. (我按摩脚。)
  • 与格(Dativ):Ik loop op de voet. (我用脚走路。)
  • 属格(Genitiv):De schoenen van de voets. (脚的鞋子。)

de vinger: [ˈvɪŋər]

中/英:手指/finger

性:阳性

单数 复数
主(N) de vinger de vingers
宾(A) de vinger de vingers
与(D) de vinger de vingers
属(G) de vingers de vingers
  • 主格(Nominativ):De vinger is gebroken. (手指断了。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik beweeg de vinger. (我动手指。)
  • 与格(Dativ):Ik draag een ring aan de vinger. (我在手指上戴戒指。)
  • 属格(Genitiv):De lengte van de vingers. (手指的长度。)

de hand: [hɑnt]

中/英:手/hand

性:阳性

单数 复数
主(N) de hand de handen
宾(A) de hand de handen
与(D) de hand de handen
属(G) de hands de handen
  • 主格(Nominativ):De hand is sterk. (手很强壮。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik schud de hand. (我握手。)
  • 与格(Dativ):Ik schrijf met de hand. (我用手写字。)
  • 属格(Genitiv):De lijnen van de hands. (手的纹路。)

de teen: [teːn]

中/英:脚趾/toe

性:阳性

单数 复数
主(N) de teen de tenen
宾(A) de teen de tenen
与(D) de teen de tenen
属(G) de teens de tenen
  • 主格(Nominativ):De teen is gekneusd. (脚趾挫伤了。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik verzorg de teen. (我照顾脚趾。)
  • 与格(Dativ):Ik voel pijn in de teen. (我感到脚趾疼痛。)
  • 属格(Genitiv):De nagels van de teens. (脚趾的指甲。)

de lente: [ˈlɛntə]

中/英:春天/spring

性:阳性

单数 复数
主(N) de lente de lentes
宾(A) de lente de lentes
与(D) de lente de lentes
属(G) de lentes de lentes
  • 主格(Nominativ):De lente is mooi. (春天很美。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik geniet van de lente. (我享受春天。)
  • 与格(Dativ):De bloemen bloeien in de lente. (花在春天开放。)
  • 属格(Genitiv):De kleuren van de lentes. (春天的颜色。)

de zomer: [ˈzoːmər]

中/英:夏天/summer

性:阳性

单数 复数
主(N) de zomer de zomers
宾(A) de zomer de zomers
与(D) de zomer de zomers
属(G) de zomers de zomers
  • 主格(Nominativ):De zomer is heet. (夏天很热。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik zwem in de zomer. (我在夏天游泳。)
  • 与格(Dativ):Ik ga op vakantie in de zomer. (我在夏天度假。)
  • 属格(Genitiv):De dagen van de zomers. (夏天的日子。)

de herfst: [ˈɦɛrfs]

中/英:秋天/autumn

性:阳性

单数 复数
主(N) de herfst de herfsten
宾(A) de herfst de herfsten
与(D) de herfst de herfsten
属(G) de herfsts de herfsten
  • 主格(Nominativ):De herfst is koel. (秋天很凉爽。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik wandel in de herfst. (我在秋天散步。)
  • 与格(Dativ):Ik bewonder de kleuren in de herfst. (我欣赏秋天的颜色。)
  • 属格(Genitiv):De bladeren van de herfsts. (秋天的树叶。)

de winter: [ˈʋɪntər]

中/英:冬天/winter

性:阳性

单数 复数
主(N) de winter de winters
宾(A) de winter de winters
与(D) de winter de winters
属(G) de winters de winters
  • 主格(Nominativ):De winter is koud. (冬天很冷。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik schaats in de winter. (我在冬天滑冰。)
  • 与格(Dativ):Ik drink warme chocolademelk in de winter. (我在冬天喝热巧克力。)
  • 属格(Genitiv):De sneeuw van de winters. (冬天的雪。)

动词

doen:[duːn]

中/英:做/do

人称 现在时 过去时 完成时(过去分词)
ik (我) doe deed gedaan
jij (你) doet deed gedaan
hij/zij (他/她) doet deed gedaan
wij (我们) doen deden gedaan
jullie (你们) doen deden gedaan
zij (他们) doen deden gedaan

例如:

  • 现在时:Ik doe mijn huiswerk.(我做我的作业。)
  • 过去时:Hij deed het werk goed.(他把工作做得很好。)
  • 完成时:Wij hebben ons best gedaan.(我们尽力了。)

bezoeken:[bəˈzukə(n)]

中/英:拜访/visit

人称 现在时 过去时 完成时(过去分词)
ik (我) bezoek bezocht bezocht
jij (你) bezoekt bezocht bezocht
hij/zij (他/她) bezoekt bezocht bezocht
wij (我们) bezoeken bezochten bezocht
jullie (你们) bezoeken bezochten bezocht
zij (他们) bezoeken bezochten bezocht

例如:

  • 现在时:Ik bezoek mijn grootouders.(我拜访我的祖父母。)
  • 过去时:Hij bezocht het museum.(他参观了博物馆。)
  • 完成时:Wij hebben vrienden bezocht.(我们拜访了朋友。)

welkom:[ˈʋɛlkɔm]

中/英:欢迎/welcome

“Welkom” 本身不是动词,而是名词和感叹词,常用在欢迎某人时。

例如:

  • Welkom thuis!(欢迎回家!)
  • Welkom op ons feest.(欢迎参加我们的聚会。)

ruiken:[ˈrœy̯kə(n)]

中/英:闻/smell

人称 现在时 过去时 完成时(过去分词)
ik (我) ruik rook geroken
jij (你) ruikt rook geroken
hij/zij (他/她) ruikt rook geroken
wij (我们) ruiken roken geroken
jullie (你们) ruiken roken geroken
zij (他们) ruiken roken geroken

例如:

  • 现在时:Ik ruik de bloemen.(我闻花。)
  • 过去时:Hij rook iets lekkers.(他闻到了一些好闻的东西。)
  • 完成时:Wij hebben de rozen geroken.(我们闻了玫瑰。)

proeven:[ˈpruːvə(n)]

中/英:尝/taste

人称 现在时 过去时 完成时(过去分词)
ik (我) proef proefde geproefd
jij (你) proeft proefde geproefd
hij/zij (他/她) proeft proefde geproefd
wij (我们) proeven proefden geproefd
jullie (你们) proeven proefden geproefd
zij (他们) proeven proefden geproefd

例如:

  • 现在时:Ik proef de soep.(我尝汤。)
  • 过去时:Hij proefde de wijn.(他尝了酒。)
  • 完成时:Wij hebben het dessert geproefd.(我们尝了甜点。)

smaken:[ˈsmaːkə(n)]

中/英:尝起来/taste

人称 现在时 过去时 完成时(过去分词)
ik (我) smaak smaakte gesmaakt
jij (你) smaakt smaakte gesmaakt
hij/zij (他/她) smaakt smaakte gesmaakt
wij (我们) smaken smaakten gesmaakt
jullie (你们) smaken smaakten gesmaakt
zij (他们) smaken smaakten gesmaakt

例如:

  • 现在时:De soep smaakt goed.(汤尝起来很好。)
  • 过去时:Het eten smaakte heerlijk.(食物尝起来很美味。)
  • 完成时:Het gerecht heeft uitstekend gesmaakt.(这道菜尝起来非常好。)

介词

met

解释 用法示例 语法分析
表示伴随或一起 Ik ga met mijn vriend. (我和我的朋友一起去。) met (介词) + mijn vriend (名词短语);表示伴随或一起
表示使用某物 Hij schrijft met een pen. (他用笔写字。) met (介词) + een pen (名词短语);表示使用工具
表示某种状态或特征 Ze is blij met het resultaat. (她对结果感到高兴。) met (介词) + het resultaat (名词短语);表示状态或特征

详细语法分析

  1. 伴随或一起

    • 例句: Ik ga met mijn vriend.
    • 解析:
      • met (介词): 表示伴随或一起。
      • mijn vriend (名词短语): 表示伴随的对象。
  2. 使用某物

    • 例句: Hij schrijft met een pen.
    • 解析:
      • met (介词): 表示使用某物。
      • een pen (名词短语): 表示使用的工具。
  3. 状态或特征

    • 例句: Ze is blij met het resultaat.
    • 解析:
      • met (介词): 表示某种状态或特征。
      • het resultaat (名词短语): 表示状态或特征的对象。

特殊用法

  • 固定搭配: 有些动词和 met 固定搭配,如 “praten met” (和…交谈) 和 “tevreden zijn met” (对…满意)。
  • 常见短语: “met de hand” (手工) 和 “met opzet” (故意)。

注意事项

  • met 可以表示伴随、使用工具、状态或特征,在不同语境下需要注意其具体含义。

形容词

lekker [/ˈlɛ.kər/] :

中/英:好吃的/delicious, tasty

变形:

格式 例子
非定冠词名词前 een lekker broodje (一个好吃的三明治)
定冠词或复数名词前 de lekkere taart (那个好吃的蛋糕) / de lekkere broodjes (那些好吃的三明治)

用法说明: 当形容词用于非定冠词名词前时,形容词保持原形。例如:Een lekker broodje (一个好吃的三明治)。 当形容词用于定冠词名词前或名词为复数时,形容词通常需要加上后缀“-e”。例如:De lekkere taart (那个好吃的蛋糕) 或 De lekkere broodjes (那些好吃的三明治)。

vies [/vis/] :

中/英:脏的/dirty, disgusting

变形:

格式 例子
非定冠词名词前 een vies toilet (一个脏厕所)
定冠词或复数名词前 het vieze toilet (那个脏厕所) / de vieze toiletten (那些脏厕所)

用法说明: 当形容词用于非定冠词名词前时,形容词保持原形。例如:Een vies toilet (一个脏厕所)。 当形容词用于定冠词名词前或名词为复数时,形容词通常需要加上后缀“-e”。例如:Het vieze toilet (那个脏厕所) 或 De vieze toiletten (那些脏厕所)。

句子

荷兰语句子 中文翻译 句子类型 详细语法分析
De jongens doen een spel. 男孩们在玩一个游戏。 陈述句 De jongens: 名词短语(主语), doen: 动词, een spel: 名词短语(宾语)
Met wie lunch jij? 你和谁一起吃午饭? 疑问句 Met: 介词, wie: 疑问代词(宾语), lunch: 动词, jij: 代词(主语)