目录

3-1 Locations and times of day

名词

de school: [sxoːl]

中/英:学校/school

性:阳性

单数 复数
主(N) de school de scholen
宾(A) de school de scholen
与(D) de school de scholen
属(G) de schools de scholen
  • 主格(Nominativ):De school is groot. (学校很大。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik ga naar de school. (我去学校。)
  • 与格(Dativ):Ik studeer in de school. (我在学校学习。)
  • 属格(Genitiv):De leerlingen van de schools. (学校的学生。)

het ziekenhuis: [ˈziːkənˌɦœys]

中/英:医院/hospital

性:中性

单数 复数
主(N) het ziekenhuis de ziekenhuizen
宾(A) het ziekenhuis de ziekenhuizen
与(D) het ziekenhuis de ziekenhuizen
属(G) het ziekenhuiss de ziekenhuizen
  • 主格(Nominativ):Het ziekenhuis is modern. (医院很现代。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik bezoek het ziekenhuis. (我访问医院。)
  • 与格(Dativ):Ik werk in het ziekenhuis. (我在医院工作。)
  • 属格(Genitiv):De afdeling van het ziekenhuiss. (医院的科室。)

het restaurant: [ˌrɛstəˈrɑnt]

中/英:餐馆/restaurant

性:中性

单数 复数
主(N) het restaurant de restaurants
宾(A) het restaurant de restaurants
与(D) het restaurant de restaurants
属(G) het restaurants de restaurants
  • 主格(Nominativ):Het restaurant is druk. (餐馆很忙。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik eet in het restaurant. (我在餐馆吃饭。)
  • 与格(Dativ):Ik reserveer een tafel in het restaurant. (我在餐馆预订了一张桌子。)
  • 属格(Genitiv):De menukaart van het restaurants. (餐馆的菜单。)

het park: [pɑrk]

中/英:公园/park

性:中性

单数 复数
主(N) het park de parken
宾(A) het park de parken
与(D) het park de parken
属(G) het parks de parken
  • 主格(Nominativ):Het park is mooi. (公园很漂亮。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik bezoek het park. (我访问公园。)
  • 与格(Dativ):Ik wandel in het park. (我在公园里散步。)
  • 属格(Genitiv):De bomen van het parks. (公园的树木。)

de ochtend: [ˈɔxtənt]

中/英:早晨/morning

性:阳性

单数 复数
主(N) de ochtend de ochtenden
宾(A) de ochtend de ochtenden
与(D) de ochtend de ochtenden
属(G) de ochtends de ochtenden
  • 主格(Nominativ):De ochtend is fris. (早晨很清爽。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik begin mijn dag in de ochtend. (我在早晨开始我的一天。)
  • 与格(Dativ):Ik werk in de ochtend. (我在早晨工作。)
  • 属格(Genitiv):Het licht van de ochtends. (早晨的光线。)

de middag: [ˈmɪdɑx]

中/英:下午/afternoon

性:阳性

单数 复数
主(N) de middag de middagen
宾(A) de middag de middagen
与(D) de middag de middagen
属(G) de middags de middagen
  • 主格(Nominativ):De middag is zonnig. (下午阳光明媚。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik heb een vergadering in de middag. (我在下午有个会议。)
  • 与格(Dativ):Ik werk in de middag. (我在下午工作。)
  • 属格(Genitiv):Het einde van de middags. (下午的结束。)

de avond: [ˈaːvɔnt]

中/英:晚上/evening

性:阳性

单数 复数
主(N) de avond de avonden
宾(A) de avond de avonden
与(D) de avond de avonden
属(G) de avonds de avonden
  • 主格(Nominativ):De avond is rustig. (晚上很安静。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik eet diner in de avond. (我在晚上吃晚餐。)
  • 与格(Dativ):Ik lees in de avond. (我在晚上读书。)
  • 属格(Genitiv):Het programma van de avonds. (晚上的节目。)

de nacht: [nɑxt]

中/英:夜晚/night

性:阳性

单数 复数
主(N) de nacht de nachten
宾(A) de nacht de nachten
与(D) de nacht de nachten
属(G) de nachts de nachten
  • 主格(Nominativ):De nacht is donker. (夜晚很黑。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik slaap tijdens de nacht. (我在夜间睡觉。)
  • 与格(Dativ):Ik werk soms ’s nachts. (我有时在夜间工作。)
  • 属格(Genitiv):De stilte van de nachts. (夜晚的寂静。)

动词

werken:[ˈʋɛrkə(n)]

中/英:工作/work

人称 现在时 过去时 完成时(过去分词)
ik (我) werk werkte gewerkt
jij (你) werkt werkte gewerkt
hij/zij (他/她) werkt werkte gewerkt
wij (我们) werken werkten gewerkt
jullie (你们) werken werkten gewerkt
zij (他们) werken werkten gewerkt

例如:

  • 现在时:Ik werk bij een bank.(我在银行工作。)
  • 过去时:Hij werkte vroeger als leraar.(他以前当老师。)
  • 完成时:Wij hebben samen aan het project gewerkt.(我们一起完成了这个项目。)

ontbijten:[ɔntˈbɛi̯tə(n)]

中/英:吃早餐/breakfast

人称 现在时 过去时 完成时(过去分词)
ik (我) ontbijt ontbeet ontbeten
jij (你) ontbijt ontbeet ontbeten
hij/zij (他/她) ontbijt ontbeet ontbeten
wij (我们) ontbijten ontbeten ontbeten
jullie (你们) ontbijten ontbeten ontbeten
zij (他们) ontbijten ontbeten ontbeten

例如:

  • 现在时:Ik ontbijt elke ochtend om zeven uur.(我每天早上七点吃早餐。)
  • 过去时:Hij ontbeet vaak met zijn gezin.(他经常和家人一起吃早餐。)
  • 完成时:Wij hebben al ontbeten.(我们已经吃过早餐了。)

lunchen:[ˈlɵnʃə(n)]

中/英:吃午餐/lunch

人称 现在时 过去时 完成时(过去分词)
ik (我) lunch lunchte geluncht
jij (你) luncht lunchte geluncht
hij/zij (他/她) luncht lunchte geluncht
wij (我们) lunchen lunchten geluncht
jullie (你们) lunchen lunchten geluncht
zij (他们) lunchen lunchten geluncht

例如:

  • 现在时:Ik lunch meestal om twaalf uur.(我通常在十二点吃午餐。)
  • 过去时:Hij lunchte met zijn collega’s.(他和同事们一起吃午餐。)
  • 完成时:Wij hebben samen geluncht.(我们一起吃过午餐。)

疑问词

Wanneer

when

副词

binnen

在里面

buiten

在外面

连词

maar

但是

介词

voor

… 之前

na

…之后

数词

dertien

veertien

vijftien

zestien

seventien

achttien

negentien

twintig

句子

荷兰语句子 中文翻译 句子类型 详细语法分析
De dokter werkt in het ziekenhuis. 医生在医院工作。 陈述句 De dokter: 名词短语(主语), werkt: 动词, in: 介词, het ziekenhuis: 名词短语(宾语)
De leraar werkt op school. 老师在学校工作。 陈述句 De leraar: 名词短语(主语), werkt: 动词, op: 介词, school: 名词(宾语)
Wanneer werkt u? 您什么时候工作? 疑问句 Wanneer: 疑问副词, werkt: 动词, u: 代词(主语)
Ik werk ’s ochtends. 我早上工作。 陈述句 Ik: 代词(主语), werk: 动词, ’s ochtends: 副词短语
Ik draag een pak maar ik draag geen stropdas. 我穿西装,但我不戴领带。 陈述句 Ik: 代词(主语), draag: 动词, een pak: 名词短语(宾语), maar: 连词, ik: 代词(主语), draag: 动词, geen: 否定词, stropdas: 名词(宾语)
Hij leest voor het slapen. 他在睡前读书。 陈述句 Hij: 代词(主语), leest: 动词, voor: 介词, het slapen: 名词短语(宾语)