目录

2-2: Around the house

名词

de deur: [døːr]

中/英:门/door

性:阳性

单数 复数
主(N) de deur de deuren
宾(A) de deur de deuren
与(D) de deur de deuren
属(G) de deur de deuren
  • 主格(Nominativ):De deur is open. (门是开的。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik sluit de deur. (我关上门。)
  • 与格(Dativ):Ik klop op de deur. (我敲门。)
  • 属格(Genitiv):De kleur van de deur. (门的颜色。)

de televisie: [tɛləˈviːzi]

中/英:电视/television

性:阳性

单数 复数
主(N) de televisie de televisies
宾(A) de televisie de televisies
与(D) de televisie de televisies
属(G) de televisies de televisies
  • 主格(Nominativ):De televisie staat aan. (电视开着。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik kijk naar de televisie. (我看电视。)
  • 与格(Dativ):Ik zet de televisie aan. (我打开电视。)
  • 属格(Genitiv):Het scherm van de televisies. (电视的屏幕。)

de radio: [ˈraːdio]

中/英:收音机/radio

性:阳性

单数 复数
主(N) de radio de radio’s
宾(A) de radio de radio’s
与(D) de radio de radio’s
属(G) de radio’s de radio’s
  • 主格(Nominativ):De radio speelt muziek. (收音机播放音乐。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik luister naar de radio. (我听收音机。)
  • 与格(Dativ):Ik zet de radio aan. (我打开收音机。)
  • 属格(Genitiv):Het volume van de radio’s. (收音机的音量。)

de computer: [kɔmˈpjutər]

中/英:计算机/computer

性:阳性

单数 复数
主(N) de computer de computers
宾(A) de computer de computers
与(D) de computer de computers
属(G) de computers de computers
  • 主格(Nominativ):De computer is snel. (计算机很快。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik gebruik de computer. (我使用计算机。)
  • 与格(Dativ):Ik werk op de computer. (我在计算机上工作。)
  • 属格(Genitiv):Het scherm van de computers. (计算机的屏幕。)

de pc: [ˌpeːˈseː]

中/英:个人电脑/PC

性:阳性

单数 复数
主(N) de pc de pc’s
宾(A) de pc de pc’s
与(D) de pc de pc’s
属(G) de pc’s de pc’s
  • 主格(Nominativ):De pc is uitgeschakeld. (电脑关机了。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik start de pc. (我启动电脑。)
  • 与格(Dativ):Ik werk aan de pc. (我在电脑上工作。)
  • 属格(Genitiv):De hardware van de pc’s. (电脑的硬件。)

de laptop: [ˈlɛptɔp]

中/英:笔记本电脑/laptop

性:阳性

单数 复数
主(N) de laptop de laptops
宾(A) de laptop de laptops
与(D) de laptop de laptops
属(G) de laptops de laptops
  • 主格(Nominativ):De laptop is licht. (笔记本电脑很轻。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik draag de laptop. (我携带笔记本电脑。)
  • 与格(Dativ):Ik werk op de laptop. (我在笔记本电脑上工作。)
  • 属格(Genitiv):De oplader van de laptops. (笔记本电脑的充电器。)

het appartement: [ɑpɑrtəˈmɛnt]

中/英:公寓/apartment

性:中性

单数 复数
主(N) het appartement de appartementen
宾(A) het appartement de appartementen
与(D) het appartement de appartementen
属(G) het appartements de appartementen
  • 主格(Nominativ):Het appartement is ruim. (公寓很宽敞。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik huur het appartement. (我租公寓。)
  • 与格(Dativ):Ik woon in het appartement. (我住在公寓里。)
  • 属格(Genitiv):De locatie van het appartements. (公寓的位置。)

het huis: [ɦœys]

中/英:房子/house

性:中性

单数 复数
主(N) het huis de huizen
宾(A) het huis de huizen
与(D) het huis de huizen
属(G) het huiss de huizen
  • 主格(Nominativ):Het huis is groot. (房子很大。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik koop het huis. (我买房子。)
  • 与格(Dativ):Ik woon in het huis. (我住在房子里。)
  • 属格(Genitiv):De deur van het huiss. (房子的门。)

de woonkamer: [ˈʋoːnkaːmər]

中/英:客厅/living room

性:阳性

单数 复数
主(N) de woonkamer de woonkamers
宾(A) de woonkamer de woonkamers
与(D) de woonkamer de woonkamers
属(G) de woonkamers de woonkamers
  • 主格(Nominativ):De woonkamer is gezellig. (客厅很舒适。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik zit in de woonkamer. (我坐在客厅里。)
  • 与格(Dativ):Ik lees in de woonkamer. (我在客厅里读书。)
  • 属格(Genitiv):De bank van de woonkamers. (客厅的沙发。)

de keuken: [ˈkøːkən]

中/英:厨房/kitchen

性:阳性

单数 复数
主(N) de keuken de keukens
宾(A) de keuken de keukens
与(D) de keuken de keukens
属(G) de keukens de keukens
  • 主格(Nominativ):De keuken is schoon. (厨房很干净。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik gebruik de keuken. (我使用厨房。)
  • 与格(Dativ):Ik kook in de keuken. (我在厨房里做饭。)
  • 属格(Genitiv):De oven van de keukens. (厨房的烤箱。)

de badkamer: [ˈbɑtˌkaːmər]

中/英:浴室/bathroom

性:阳性

单数 复数
主(N) de badkamer de badkamers
宾(A) de badkamer de badkamers
与(D) de badkamer de badkamers
属(G) de badkamers de badkamers
  • 主格(Nominativ):De badkamer is modern. (浴室很现代。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik poets de badkamer. (我打扫浴室。)
  • 与格(Dativ):Ik douche in de badkamer. (我在浴室里洗澡。)
  • 属格(Genitiv):De spiegel van de badkamers. (浴室的镜子。)

de slaapkamer: [ˈslaːpkaːmər]

中/

英:卧室/bedroom

性:阳性

单数 复数
主(N) de slaapkamer de slaapkamers
宾(A) de slaapkamer de slaapkamers
与(D) de slaapkamer de slaapkamers
属(G) de slaapkamers de slaapkamers
  • 主格(Nominativ):De slaapkamer is rustig. (卧室很安静。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik schilder de slaapkamer. (我粉刷卧室。)
  • 与格(Dativ):Ik slaap in de slaapkamer. (我在卧室里睡觉。)
  • 属格(Genitiv):Het bed van de slaapkamers. (卧室的床。)

de eetkamer: [ˈeːtkaːmər]

中/英:餐厅/dining room

性:阳性

单数 复数
主(N) de eetkamer de eetkamers
宾(A) de eetkamer de eetkamers
与(D) de eetkamer de eetkamers
属(G) de eetkamers de eetkamers
  • 主格(Nominativ):De eetkamer is gezellig. (餐厅很舒适。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik dek de tafel in de eetkamer. (我在餐厅里摆桌子。)
  • 与格(Dativ):We eten in de eetkamer. (我们在餐厅里吃饭。)
  • 属格(Genitiv):De lamp van de eetkamers. (餐厅的灯。)

de opa: [ˈoːpaː]

中/英:祖父/grandfather

性:阳性

单数 复数
主(N) de opa de opa’s
宾(A) de opa de opa’s
与(D) de opa de opa’s
属(G) de opa’s de opa’s
  • 主格(Nominativ):De opa leest. (祖父在读书。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik bezoek de opa. (我拜访祖父。)
  • 与格(Dativ):Ik praat met de opa. (我与祖父交谈。)
  • 属格(Genitiv):De bril van de opa’s. (祖父的眼镜。)

de oma: [ˈoːmaː]

中/英:祖母/grandmother

性:阳性

单数 复数
主(N) de oma de oma’s
宾(A) de oma de oma’s
与(D) de oma de oma’s
属(G) de oma’s de oma’s
  • 主格(Nominativ):De oma kookt. (祖母在做饭。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik help de oma. (我帮助祖母。)
  • 与格(Dativ):Ik geef bloemen aan de oma. (我给祖母送花。)
  • 属格(Genitiv):De keuken van de oma’s. (祖母的厨房。)

het raam: [raːm]

中/英:窗/window

性:中性

单数 复数
主(N) het raam de ramen
宾(A) het raam de ramen
与(D) het raam de ramen
属(G) het raams de ramen
  • 主格(Nominativ):Het raam is open. (窗是开的。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik sluit het raam. (我关窗。)
  • 与格(Dativ):Ik kijk door het raam. (我通过窗户看。)
  • 属格(Genitiv):Het glas van het raams. (窗户的玻璃。)

het toilet: [toɑˈlɛt]

中/英:厕所/toilet

性:中性

单数 复数
主(N) het toilet de toiletten
宾(A) het toilet de toiletten
与(D) het toilet de toiletten
属(G) het toilets de toiletten
  • 主格(Nominativ):Het toilet is schoon. (厕所很干净。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik maak het toilet schoon. (我打扫厕所。)
  • 与格(Dativ):Ik gebruik het toilet. (我使用厕所。)
  • 属格(Genitiv):De deur van het toilets. (厕所的门。)

de gootsteen: [ˈɣoːtsteːn]

中/英:水槽/sink

性:阳性

单数 复数
主(N) de gootsteen de gootstenen
宾(A) de gootsteen de gootstenen
与(D) de gootsteen de gootstenen
属(G) de gootstenen de gootstenen
  • 主格(Nominativ):De gootsteen is vol. (水槽满了。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik reinig de gootsteen. (我清洗水槽。)
  • 与格(Dativ):Ik spoel mijn handen in de gootsteen. (我在水槽里冲洗手。)
  • 属格(Genitiv):De afvoer van de gootstenen. (水槽的排水口。)

动词

zitten:[ˈzɪtə(n)]

中/英:坐/sit

人称 现在时 过去时 完成时(过去分词)
ik (我) zit zat gezeten
jij (你) zit zat gezeten
hij/zij (他/她) zit zat gezeten
wij (我们) zitten zaten gezeten
jullie (你们) zitten zaten gezeten
zij (他们) zitten zaten gezeten

例如:

  • 现在时:Ik zit op de stoel.(我坐在椅子上。)
  • 过去时:Hij zat in de tuin.(他坐在花园里。)
  • 完成时:Wij hebben hier lang gezeten.(我们在这里坐了很久。)

staan:[staːn]

中/英:站立/stand

人称 现在时 过去时 完成时(过去分词)
ik (我) sta stond gestaan
jij (你) staat stond gestaan
hij/zij (他/她) staat stond gestaan
wij (我们) staan stonden gestaan
jullie (你们) staan stonden gestaan
zij (他们) staan stonden gestaan

例如:

  • 现在时:Ik sta voor de deur.(我站在门前。)
  • 过去时:Hij stond op de hoek van de straat.(他站在街角。)
  • 完成时:Wij hebben daar uren gestaan.(我们在那里站了几个小时。)

liggen:[ˈlɪɣə(n)]

中/英:躺/lie (down)

人称 现在时 过去时 完成时(过去分词)
ik (我) lig lag gelegen
jij (你) ligt lag gelegen
hij/zij (他/她) ligt lag gelegen
wij (我们) liggen lagen gelegen
jullie (你们) liggen lagen gelegen
zij (他们) liggen lagen gelegen

例如:

  • 现在时:Ik lig op bed.(我躺在床上。)
  • 过去时:Hij lag op de bank.(他躺在沙发上。)
  • 完成时:Wij hebben lang in de zon gelegen.(我们在阳光下躺了很久。)

kussen:[ˈkʏsə(n)]

中/英:亲吻/kiss

人称 现在时 过去时 完成时(过去分词)
ik (我) kus kuste gekust
jij (你) kust kuste gekust
hij/zij (他/她) kust kuste gekust
wij (我们) kussen kusten gekust
jullie (你们) kussen kusten gekust
zij (他们) kussen kusten gekust

例如:

  • 现在时:Ik kus mijn partner.(我亲吻我的伴侣。)
  • 过去时:Hij kuste haar op de wang.(他亲了她的脸颊。)
  • 完成时:Wij hebben elkaar gekust.(我们互相亲吻了。)

omhelzen:[ɔmˈɦɛlzə(n)]

中/英:拥抱/hug

人称 现在时 过去时 完成时(过去分词)
ik (我) omhels omhelsde omhelsd
jij (你) omhelst omhelsde omhelsd
hij/zij (他/她) omhelst omhelsde omhelsd
wij (我们) omhelzen omhelsden omhelsd
jullie (你们) omhelzen omhelsden omhelsd
zij (他们) omhelzen omhelsden omhelsd

例如:

  • 现在时:Ik omhels mijn vriend.(我拥抱我的朋友。)
  • 过去时:Hij omhelsde zijn moeder.(他拥抱了他的母亲。)
  • 完成时:Wij hebben elkaar omhelsd.(我们互相拥抱了。)

houden van:[ˈɦɑu̯də(n) vɑn]

中/英:爱/love

人称 现在时 过去时 完成时(过去分词)
ik (我) hou(d) van hield van gehouden van
jij (你) houdt van hield van gehouden van
hij/zij (他/她) houdt van hield van gehouden van
wij (我们) houden van hielden van gehouden van
jullie (你们) houden van hielden van gehouden van
zij (他们) houden van hielden van gehouden van

例如:

  • 现在时:Ik hou van jou.(我爱你。)
  • 过去时:Hij hield van haar.(他爱她。)
  • 完成时:Wij hebben altijd van elkaar gehouden.(我们一直相爱。)

kijken:[ˈkɛi̯kə(n)]

中/英:看/look, watch

人称 现在时 过去时 完成时(过去分词)
ik (我) kijk keek gekeken
jij (你) kijkt keek gekeken
hij/zij (他/她) kijkt keek gekeken
wij (我们) kijken keken gekeken
jullie (你们) kijken keken gekeken
zij (他们) kijken keken gekeken

例如:

  • 现在时:Ik kijk naar de film.(我在看电影。)
  • 过去时:Hij keek door het raam.(他透过窗户看。)
  • 完成时:Wij hebben naar de voorstelling gekeken.(我们看了演出。)

luisteren:[ˈlœy̯stə(r)ə(n)]

中/英:听/listen

人称 现在时 过去时 完成时(过去分词)
ik (我) luister luisterde geluisterd
jij (你) luistert luisterde geluisterd
hij/zij (他/她) luistert luisterde geluisterd
wij (我们) luisteren luisterden geluisterd
jullie (你们) luisteren luisterden geluisterd
zij (他们) luisteren luisterden geluisterd

例如:

  • 现在时:Ik luister naar muziek.(我在听音乐。)
  • 过去时:Hij luisterde naar de radio.(他听收音机。)
  • 完成时:Wij hebben naar het concert geluisterd.(我们听了音乐会。)

介词

op

解释 用法示例 语法分析
表示在某物体表面 De kat zit op de tafel. (猫坐在桌子上。) op (介词) + de tafel (名词短语);表示位置
表示时间或日期 Ik heb een afspraak op maandag. (我在周一有个约会。) op (介词) + maandag (名词);表示时间或日期
表示某种状态或情况 Zij is op dieet. (她在节食。) op (介词) + dieet (名词);表示状态或情况

详细语法分析

  1. 物体表面

    • 例句: De kat zit op de tafel.
    • 解析:
      • op (介词): 表示在某物体的表面。
      • de tafel (名词短语): 表示位置的名词短语。
  2. 时间或日期

    • 例句: Ik heb een afspraak op maandag.
    • 解析:
      • op (介词): 表示特定的时间或日期。
      • maandag (名词): 表示时间的名词。
  3. 状态或情况

    • 例句: Zij is op dieet.
    • 解析:
      • op (介词): 表示某种状态或情况。
      • dieet (名词): 表示状态的名词。

特殊用法

  • 固定搭配: 有些动词和 op 固定搭配,如 “rekenen op” (依赖) 和 “wachten op” (等待)。

注意事项

  • 在表示物体表面时,op 常与静态动词搭配使用,而在表示时间、状态或情况时,op 可以与其他类型的动词搭配。

in

解释 用法示例 语法分析
表示在某物体内部 De boeken liggen in de kast. (书在柜子里。) in (介词) + de kast (名词短语);表示位置
表示时间段 In de zomer is het warm. (夏天很热。) in (介词) + de zomer (名词);表示时间段
表示状态或状况 Hij is in problemen. (他有麻烦了。) in (介词) + problemen (名词复数);表示状态或状况

详细语法分析

  1. 物体内部

    • 例句: De boeken liggen in de kast.
    • 解析:
      • in (介词): 表示在某物体的内部。
      • de kast (名词短语): 表示位置的名词短语。
  2. 时间段

    • 例句: In de zomer is het warm.
    • 解析:
      • in (介词): 表示在某个时间段内。
      • de zomer (名词): 表示时间段的名词。
  3. 状态或状况

    • 例句: Hij is in problemen.
    • 解析:
      • in (介词): 表示某种状态或状况。
      • problemen (名词复数): 表示状态的名词。

特殊用法

  • 固定搭配: 有些动词和 in 固定搭配,如 “geloven in” (相信) 和 “werken in” (工作于)。

注意事项

  • 在表示物体内部时,in 常与静态动词搭配使用,而在表示时间段或状态时,in 可以与其他类型的动词搭配。

onder

解释 用法示例 语法分析
表示在某物体下面 De hond slaapt onder de tafel. (狗在桌子下面睡觉。) onder (介词) + de tafel (名词短语);表示位置
表示在某种影响或条件下 Onder deze omstandigheden. (在这些情况下。) onder (介词) + deze omstandigheden (名词短语);表示条件或影响
表示隶属关系 Hij werkt onder de directeur. (他在经理手下工作。) onder (介词) + de directeur (名词短语);表示隶属关系

详细语法分析

  1. 物体下面

    • 例句: De hond slaapt onder de tafel.
    • 解析:
      • onder (介词): 表示在某物体的下面。
      • de tafel (名词短语): 表示位置的名词短语。
  2. 影响或条件

    • 例句: Onder deze omstandigheden.
    • 解析:
      • onder (介词): 表示在某种影响或条件下。
      • deze omstandigheden (名词短语): 表示条件的名词短语。
  3. 隶属关系

    • 例句: Hij werkt onder de directeur.
    • 解析:
      • onder (介词): 表示隶属关系。
      • de directeur (名词短语): 表示隶属对象的名词短语。

特殊用法

  • 固定搭配: 有些动词和 onder 固定搭配,如 “vallen onder” (归类于) 和 “lijden onder” (遭受)。

注意事项

  • 在表示位置时,onder 常与静态动词搭配使用,而在表示条件或隶属关系时,onder 可以与其他类型的动词搭配。

naar

解释 用法示例 语法分析
表示方向、目的地、接近等含义 Ik ga naar school. (我去学校。) naar (介词) + school (名词);表示方向或目的地
用于表示倾向、对某事物的态度 Hij luistert naar de muziek. (他在听音乐。) naar (介词) + de muziek (名词短语);表示倾向或目的
表示与某物相似或类似 Dit smaakt naar appels. (这尝起来像苹果。) naar (介词) + appels (名词);表示相似性

详细语法分析

  1. 方向或目的地

    • 例句: Ik ga naar school.
    • 解析:
      • naar (介词): 表示方向或目的地,通常与动词如 “gaan” (去) 搭配使用。
      • school (名词): 作为目的地或方向的名词。
  2. 倾向或目的

    • 例句: Hij luistert naar de muziek.
    • 解析:
      • naar (介词): 表示倾向或目的,通常与动词如 “luisteren” (听) 搭配使用。
      • de muziek (名词短语): 表示倾向的对象。
  3. 相似性

    • 例句: Dit smaakt naar appels.
    • 解析:
      • naar (介词): 表示相似性,通常与动词如 “smaken” (尝起来) 搭配使用。
      • appels (名词): 表示相似的对象。

特殊用法

  • 固定搭配: 有些动词和 naar 固定搭配,如 “kijken naar” (看) 和 “zoeken naar” (寻找)。
  • 地名: 表示去某个城市或国家时,也使用 naar,如 “naar Amsterdam” (去阿姆斯特丹) 和 “naar Nederland” (去荷兰)。

注意事项

  • 在表示方向或目的地时,naar 常与动态动词搭配使用,而在表示倾向或相似性时,naar 可以与其他类型的动词搭配。

物主代词

uw

您的

jouw

你的

疑问词

waar

哪里/where

句子

句子 翻译 句子类型 详细语法分析
De radio staat op de stoel. 收音机在椅子上。 陈述句 De radio (主语,定冠词 + 名词), staat (动词), op de stoel (地点状语,介词短语)
Deze deur is klein. 这扇门很小。 陈述句 Deze deur (主语,指示代词 + 名词), is (动词), klein (表语,形容词)
Dit raam is groot. 这扇窗户很大。 陈述句 Dit raam (主语,指示代词 + 名词), is (动词), groot (表语,形容词)
Ik hou van mijn opa. 我爱我的爷爷。 陈述句 Ik (主语,人称代词), hou (动词), van mijn opa (宾语,介词短语:van 介词 + mijn opa 所有格代词 + 名词)
Waar zijn mijn boeken? 我的书在哪里? 疑问句 Waar (疑问词), zijn (动词), mijn boeken (主语,所有格代词 + 名词)
Jouw boeken liggen op de stoel. 你的书在椅子上。 陈述句 Jouw boeken (主语,所有格代词 + 名词), liggen (动词), op de stoel (地点状语,介词短语)

指示代词与其所指的名词的性别和数目相匹配:

  • deze 用于 “de” 词性的单数名词和所有复数名词。
  • dit 用于 “het” 词性的单数名词。