目录

2-1: Family relationships

名词

het gezin: [ɣəˈzɪn]

中/英:家庭/family (nuclear)

性:中性

单数 复数
主(N) het gezin de gezinnen
宾(A) het gezin de gezinnen
与(D) het gezin de gezinnen
属(G) het gezins de gezinnen
  • 主格(Nominativ):Het gezin eet samen. (家庭一起吃饭。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik zie het gezin. (我看到那个家庭。)
  • 与格(Dativ):Ik geef een cadeau aan het gezin. (我给那个家庭一个礼物。)
  • 属格(Genitiv):De grootte van het gezins. (家庭的大小。)

de familie: [faˈmili]

中/英:家庭/family (extended)

性:阳性

单数 复数
主(N) de familie de families
宾(A) de familie de families
与(D) de familie de families
属(G) de families de families
  • 主格(Nominativ):De familie komt samen. (家庭聚会。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik bezoek de familie. (我拜访家庭。)
  • 与格(Dativ):Ik geef een cadeau aan de familie. (我给家庭一个礼物。)
  • 属格(Genitiv):Het huis van de families. (家庭的房子。)

de moeder: [ˈmudər]

中/英:母亲/mother

性:阳性

单数 复数
主(N) de moeder de moeders
宾(A) de moeder de moeders
与(D) de moeder de moeders
属(G) de moeders de moeders
  • 主格(Nominativ):De moeder kookt. (母亲在做饭。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik help de moeder. (我帮助母亲。)
  • 与格(Dativ):Ik geef bloemen aan de moeder. (我给母亲送花。)
  • 属格(Genitiv):De tas van de moeders. (母亲的包。)

de vader: [ˈfaːdər]

中/英:父亲/father

性:阳性

单数 复数
主(N) de vader de vaders
宾(A) de vader de vaders
与(D) de vader de vaders
属(G) de vaders de vaders
  • 主格(Nominativ):De vader werkt. (父亲在工作。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik zie de vader. (我看到父亲。)
  • 与格(Dativ):Ik geef een cadeau aan de vader. (我给父亲一个礼物。)
  • 属格(Genitiv):De auto van de vaders. (父亲的车。)

de dochter: [ˈdɔxtər]

中/英:女儿/daughter

性:阳性

单数 复数
主(N) de dochter de dochters
宾(A) de dochter de dochters
与(D) de dochter de dochters
属(G) de dochters de dochters
  • 主格(Nominativ):De dochter studeert. (女儿在学习。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik zie de dochter. (我看到女儿。)
  • 与格(Dativ):Ik geef een boek aan de dochter. (我给女儿一本书。)
  • 属格(Genitiv):De kamer van de dochters. (女儿的房间。)

de zoon: [zoːn]

中/英:儿子/son

性:阳性

单数 复数
主(N) de zoon de zonen
宾(A) de zoon de zonen
与(D) de zoon de zonen
属(G) de zoons de zonen
  • 主格(Nominativ):De zoon speelt. (儿子在玩。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik zie de zoon. (我看到儿子。)
  • 与格(Dativ):Ik geef een cadeau aan de zoon. (我给儿子一个礼物。)
  • 属格(Genitiv):De fiets van de zoons. (儿子的自行车。)

de ouder: [ˈʌu̯dər]

中/英:家长/parent

性:阳性

单数 复数
主(N) de ouder de ouders
宾(A) de ouder de ouders
与(D) de ouder de ouders
属(G) de ouders de ouders
  • 主格(Nominativ):De ouder zorgt. (家长在照顾。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik help de ouder. (我帮助家长。)
  • 与格(Dativ):Ik praat met de ouder. (我与家长交谈。)
  • 属格(Genitiv):De verantwoordelijkheid van de ouders. (家长的责任。)

de zus: [zʏs]

中/英:姐妹/sister

性:阳性

单数 复数
主(N) de zus de zussen
宾(A) de zus de zussen
与(D) de zus de zussen
属(G) de zus de zussen
  • 主格(Nominativ):De zus lacht. (姐妹在笑。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik bel de zus. (我打电话给姐妹。)
  • 与格(Dativ):Ik geef een cadeau aan de zus. (我给姐妹一个礼物。)
  • 属格(Genitiv):De kamer van de zus. (姐妹的房间。)

de broer: [brur]

中/英:兄弟/brother

性:阳性

单数 复数
主(N) de broer de broers
宾(A) de broer de broers
与(D) de broer de broers
属(G) de broers de broers
  • 主格(Nominativ):De broer speelt. (兄弟在玩。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik zie de broer. (我看到兄弟。)
  • 与格(Dativ):Ik geef een cadeau aan de broer. (我给兄弟一个礼物。)
  • 属格(Genitiv):De kamer van de broers. (兄弟的房间。)

de vriendin: [vrinˈdin]

中/英:女朋友/girlfriend

性:阳性

单数 复数
主(N) de vriendin de vriendinnen
宾(A) de vriendin de vriendinnen
与(D) de vriendin de vriendinnen
属(G) de vriendins de vriendinnen
  • 主格(Nominativ):De vriendin lacht. (女朋友在笑。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik zie de vriendin. (我看到女朋友。)
  • 与格(Dativ):Ik geef een cadeau aan de vriendin. (我给女朋友一个礼物。)
  • 属格(Genitiv):De tas van de vriendins. (女朋友的包。)

de vriend: [vrint]

中/英:朋友/friend (male)

性:阳性

单数 复数
主(N) de vriend de vrienden
宾(A) de vriend de vrienden
与(D) de vriend de vrienden
属(G) de vriend de vrienden
  • 主格(Nominativ):De vriend lacht. (朋友在笑。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik zie de vriend. (我看到朋友。)
  • 与格(Dativ):Ik geef een cadeau aan de vriend. (我给朋友一个礼物。)
  • 属格(Genitiv):De boek van de vriend. (朋友的书。)

het jaar: [jaːr]

中/英:年/year

性:中性

单数 复数
主(N) het jaar de jaren
宾(A) het jaar de jaren
与(D) het jaar de jaren
属(G) het jaars de jaren
  • 主格(Nominativ):Het jaar is voorbij. (这一年结束了。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik herinner het jaar. (我记得这一年。)
  • 与格(Dativ):In het jaar 2023 gebeurde er veel. (在2023年,发生了很多事。)
  • 属格(Genitiv):Het begin van het jaars. (年初。)

动词

spelen:[ˈspeːlə(n)]

中/英:玩/play

人称 现在时 过去时 完成时(过去分词)
ik (我) speel speelde gespeeld
jij (你) speelt speelde gespeeld
hij/zij (他/她) speelt speelde gespeeld
wij (我们) spelen speelden gespeeld
jullie (你们) spelen speelden gespeeld
zij (他们) spelen speelden gespeeld

例如:

  • 现在时:Ik speel voetbal.(我踢足球。)
  • 过去时:Hij speelde met zijn vrienden.(他和他的朋友们玩耍。)
  • 完成时:Wij hebben een spel gespeeld.(我们玩了一个游戏。)

形容词

oud [/ʌut/] :

中/英:老的/old

变形:

格式 例子
非定冠词名词前 een oud boek (一本旧书)
定冠词或复数名词前 de oude man (那位老人) / de oude boeken (那些旧书)

用法说明: 当形容词用于非定冠词名词前时,形容词保持原形。例如:Een oud boek (一本旧书)。 当形容词用于定冠词名词前或名词为复数时,形容词通常需要加上后缀“-e”。例如:De oude man (那位老人) 或 De oude boeken (那些旧书)。

代词

Jij

jullie

你们

U

物主代词

haar

她的

zijn

他的

hun

他/她们的

mijn

我的

onze

我们的

数词

zes

6

zeven

7

acht

8

negen

9

tien

10

elf

11

twaalf

12

nul

0

句子

句子 翻译 句子类型 语法分析
Hoe oud ben jij? 你多大了? 疑问句 “Hoe oud” 表示年龄疑问,倒装句。
Ik ben tien jaar oud. 我十岁了。 陈述句 主谓表结构,“ben” 为系动词。