目录

1-2: Everyday items

名词

het broodje: [ˈbroʊ̯dʒə]

中/英:小面包/sandwich, bun

性:中性

单数 复数
主(N) het broodje de broodjes
宾(A) het broodje de broodjes
与(D) het broodje de broodjes
属(G) het broodjes de broodjes
  • 主格(Nominativ):Het broodje is vers. (小面包是新鲜的。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik eet het broodje. (我吃这个小面包。)
  • 与格(Dativ):Hij geeft het broodje aan mij. (他把小面包递给我。)
  • 属格(Genitiv):De geur van het broodjes is heerlijk. (小面包的香味很美好。)

het ei: [ɛi]

中/英:鸡蛋/egg

性:中性

单数 复数
主(N) het ei de eieren
宾(A) het ei de eieren
与(D) het ei de eieren
属(G) het eies de eieren
  • 主格(Nominativ):Het ei is wit. (鸡蛋是白色的。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik kook het ei. (我煮鸡蛋。)
  • 与格(Dativ):Hij geeft het ei aan mij. (他把鸡蛋给我。)
  • 属格(Genitiv):De schaal van het eies is dun. (鸡蛋壳很薄。)

de appel: [ˈɑpəl]

中/英:苹果/apple

性:阳性

单数 复数
主(N) de appel de appels
宾(A) de appel de appels
与(D) de appel de appels
属(G) de appels de appels
  • 主格(Nominativ):De appel is rood. (苹果是红色的。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik eet de appel. (我吃苹果。)
  • 与格(Dativ):Hij geeft de appel aan mij. (他把苹果递给我。)
  • 属格(Genitiv):De smaak van de appels is zoet. (苹果的味道很甜。)

het brood: [broʊt]

中/英:面包/bread

性:中性

单数 复数
主(N) het brood de broden
宾(A) het brood de broden
与(D) het brood de broden
属(G) het broods de broden
  • 主格(Nominativ):Het brood is vers. (面包是新鲜的。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik snijd het brood. (我切面包。)
  • 与格(Dativ):Hij geeft het brood aan mij. (他把面包递给我。)
  • 属格(Genitiv):De geur van het broods is heerlijk. (面包的香味很美好。)

de koffie: [ˈkɔfi]

中/英:咖啡/coffee

性:阳性

单数 复数
主(N) de koffie de koffies
宾(A) de koffie de koffies
与(D) de koffie de koffies
属(G) de koffies de koffies
  • 主格(Nominativ):De koffie is warm. (咖啡是热的。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik drink de koffie. (我喝咖啡。)
  • 与格(Dativ):Hij geeft de koffie aan mij. (他把咖啡递给我。)
  • 属格(Genitiv):De geur van de koffies is sterk. (咖啡的香味很浓。)

de melk: [mɛlk]

中/英:牛奶/milk

性:阳性

单数 复数
主(N) de melk de melken
宾(A) de melk de melken
与(D) de melk de melken
属(G) de melks de melken
  • 主格(Nominativ):De melk is koud. (牛奶是冷的。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik drink de melk. (我喝牛奶。)
  • 与格(Dativ):Hij geeft de melk aan mij. (他把牛奶递给我。)
  • 属格(Genitiv):De kleur van de melks is wit. (牛奶的颜色是白色的。)

de hond: [hɔnt]

中/英:狗/dog

性:阳性

单数 复数
主(N) de hond de honden
宾(A) de hond de honden
与(D) de hond de honden
属(G) de honds de honden
  • 主格(Nominativ):De hond blaft. (狗在叫。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik zie de hond. (我看见狗。)
  • 与格(Dativ):Hij geeft het speeltje aan de hond. (他把玩具递给狗。)
  • 属格(Genitiv):De vacht van de honds is zacht. (狗的毛皮很柔软。)

de kat: [kɑt]

中/英:猫/cat

性:阳性

单数 复数
主(N) de kat de katten
宾(A) de kat de katten
与(D) de kat de katten
属(G) de kats de katten
  • 主格(Nominativ):De kat slaapt. (猫在睡觉。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik aai de kat. (我抚摸猫。)
  • 与格(Dativ):Hij geeft de kat wat eten. (他给猫一些食物。)
  • 属格(Genitiv):De ogen van de kats zijn groen. (猫的眼睛是绿色的。)

het paard: [paːrt]

中/英:马/horse

性:中性

单数 复数
主(N) het paard de paarden
宾(A) het paard de paarden
与(D) het paard de paarden
属(G) het paards de paarden
  • 主格(Nominativ):Het paard rent. (马在跑。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik zie het paard. (我看见马。)
  • 与格(Dativ):Hij geeft het paard een appel. (他给马一个苹果。)
  • 属格(Genitiv):De manen van het paards zijn lang. (马的鬃毛很长。)

de auto: [ˈɔutoː]

中/英:汽车/car

性:阳性

单数 复数
主(N) de auto de auto’s
宾(A) de auto de auto’s
与(D) de auto de auto’s
属(G) de autos de auto’s
  • 主格(Nominativ):De auto is snel. (汽车很快。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik rijd de auto. (我开汽车。)
  • 与格(Dativ):Hij geeft de sleutels aan de auto. (他把钥匙递给汽车。)
  • 属格(Genitiv):De kleur van de autos is blauw. (汽车的颜色是蓝色的。)

de krant: [krɑnt]

中/英:报纸/newspaper

性:阳性

单数 复数
主(N) de krant de kranten
宾(A) de krant de kranten
与(D) de krant de kranten
属(G) de krants de kranten
  • 主格(Nominativ):De krant is nieuw. (报纸是新的。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik lees de krant. (我读报纸。)
  • 与格

(Dativ):Hij geeft de krant aan mij. (他把报纸递给我。)

  • 属格(Genitiv):De inhoud van de krants is interessant. (报纸的内容很有趣。)

de fiets: [fits]

中/英:自行车/bicycle

性:阳性

单数 复数
主(N) de fiets de fietsen
宾(A) de fiets de fietsen
与(D) de fiets de fietsen
属(G) de fietss de fietsen
  • 主格(Nominativ):De fiets is nieuw. (自行车是新的。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik rijd de fiets. (我骑自行车。)
  • 与格(Dativ):Hij geeft de fiets aan mij. (他把自行车递给我。)
  • 属格(Genitiv):De kleur van de fietss is rood. (自行车的颜色是红色的。)

de vis: [vɪs]

中/英:鱼/fish

性:阳性

单数 复数
主(N) de vis de vissen
宾(A) de vis de vissen
与(D) de vis de vissen
属(G) de viss de vissen
  • 主格(Nominativ):De vis zwemt. (鱼在游泳。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik zie de vis. (我看见鱼。)
  • 与格(Dativ):Hij geeft het voedsel aan de vis. (他把食物给鱼。)
  • 属格(Genitiv):De schubben van de viss glanzen. (鱼的鳞片在闪光。)

de pen: [pɛn]

中/英:钢笔/pen

性:阳性

单数 复数
主(N) de pen de pennen
宾(A) de pen de pennen
与(D) de pen de pennen
属(G) de pens de pennen
  • 主格(Nominativ):De pen schrijft goed. (钢笔写得很好。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik gebruik de pen. (我用钢笔。)
  • 与格(Dativ):Hij geeft de pen aan mij. (他把钢笔递给我。)
  • 属格(Genitiv):De kleur van de pens is blauw. (钢笔的颜色是蓝色的。)

de boeken: [ˈbukə(n)]

中/英:书/books

性:复数

单数 复数
主(N) N/A de boeken
宾(A) N/A de boeken
与(D) N/A de boeken
属(G) N/A de boeken
  • 主格(Nominativ):De boeken zijn interessant. (这些书很有趣。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik lees de boeken. (我读这些书。)
  • 与格(Dativ):Hij geeft de boeken aan mij. (他把这些书递给我。)
  • 属格(Genitiv):De inhoud van de boeken is waardevol. (这些书的内容很有价值。)

de kinderen: [ˈkɪndərə(n)]

中/英:孩子们/children

性:复数

单数 复数
主(N) N/A de kinderen
宾(A) N/A de kinderen
与(D) N/A de kinderen
属(G) N/A de kinderen
  • 主格(Nominativ):De kinderen spelen buiten. (孩子们在外面玩。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik zie de kinderen. (我看见孩子们。)
  • 与格(Dativ):Hij geeft het speelgoed aan de kinderen. (他把玩具递给孩子们。)
  • 属格(Genitiv):Het geluk van de kinderen is belangrijk. (孩子们的幸福很重要。)

de volwassenen: [ˈvɔlʋɑksə(n)]

中/英:成年人/adults

性:复数

单数 复数
主(N) N/A de volwassenen
宾(A) N/A de volwassenen
与(D) N/A de volwassenen
属(G) N/A de volwassenen
  • 主格(Nominativ):De volwassenen werken hard. (成年人工作努力。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik zie de volwassenen. (我看见成年人。)
  • 与格(Dativ):Hij geeft het document aan de volwassenen. (他把文件递给成年人。)
  • 属格(Genitiv):De verantwoordelijkheden van de volwassenen zijn groot. (成年人的责任重大。)

动词

lopen: [ˈloːpən]

中/英:走 / walk

人称 现在时 过去时 完成时(过去分词)
ik (我) loop liep gelopen
jij (你) loopt liep gelopen
hij/zij (他/她) loopt liep gelopen
wij (我们) lopen liepen gelopen
jullie (你们) lopen liepen gelopen
zij (他们) lopen liepen gelopen

e.g.:

  • 现在时:Ik loop naar school.(我走路去学校。)
  • 过去时:Hij liep snel.(他走得很快。)
  • 完成时:Wij hebben naar het park gelopen.(我们已经走到公园了。)

rijden: [ˈrɛidə(n)]

中/英:骑 / ride; 开车 / drive

人称 现在时 过去时 完成时(过去分词)
ik (我) rijd reed gereden
jij (你) rijdt reed gereden
hij/zij (他/她) rijdt reed gereden
wij (我们) rijden reden gereden
jullie (你们) rijden reden gereden
zij (他们) rijden reden gereden

e.g.:

  • 现在时:Ik rijd naar het werk.(我开车去上班。)
  • 过去时:Hij reed naar de stad.(他开车去城市。)
  • 完成时:Wij hebben naar huis gereden.(我们已经开车回家了。)

hebben: [ˈhɛbə(n)]

中/英:有 / have

人称 现在时 过去时 完成时(过去分词)
ik (我) heb had gehad
jij (你) hebt had gehad
hij/zij (他/她) heeft had gehad
wij (我们) hebben hadden gehad
jullie (你们) hebben hadden gehad
zij (他们) hebben hadden gehad

e.g.:

  • 现在时:Ik heb een hond.(我有一只狗。)
  • 过去时:Hij had een kat.(他有一只猫。)
  • 完成时:Wij hebben een feestje gehad.(我们已经举办了一场聚会。)

slapen: [ˈslaːpə(n)]

中/英:睡觉 / sleep

人称 现在时 过去时 完成时(过去分词)
ik (我) slaap sliep geslapen
jij (你) slaapt sliep geslapen
hij/zij (他/她) slaapt sliep geslapen
wij (我们) slapen sliepen geslapen
jullie (你们) slapen sliepen geslapen
zij (他们) slapen sliepen geslapen

e.g.:

  • 现在时:Ik slaap acht uur per nacht.(我每晚睡八个小时。)
  • 过去时:Hij sliep in de middag.(他下午睡觉。)
  • 完成时:Wij hebben goed geslapen.(我们已经睡得很好。)

连词

En

  • 词性: 连词
  • 定义: 和,与,以及
  • 用法: 用于连接两个或多个词、短语或句子。
  • 例句:
    • Ik heb een appel en een banaan. (我有一个苹果和一根香蕉。)
    • Zij leest een boek en luistert naar muziek. (她在读书并听音乐。)

疑问词

Wat

  • 词性: 疑问词
  • 定义: 什么
  • 用法: 用于提出问题或表示不确定性。
  • 例句:
    • Wat is dit? (这是什么?)
    • Wat doe je? (你在做什么?)

代词

Dit

用法: “dit” 是荷兰语的指示代词,用来指代近处的中性单数名词。

音标: [dɪt]

例句:

  • Dit is een boek. (这是一本书。)
  • Wat is dit? (这是什么?)

否定词

geen nee niet
用法 用于名词前,表示否定数量或否定存在。 用于回答问题,表示否定回答。 用于否定动词、形容词、副词、整个句子或特定部分。
例句 Ik heb geen geld. (我没有钱。) Hou je van koffie? Nee. (你喜欢咖啡吗?不喜欢。) Ik ben niet moe. (我不累。)
词性 否定词,修饰名词 否定词,单独使用或在句首 否定词,修饰动词、形容词等
位置 放在名词前 通常单独使用或句首 通常放在动词、形容词、副词后
否定内容 否定名词的存在或数量 否定整个问题或陈述 否定具体动作、状态或特定部分

句子

翻译

荷兰语句子 中文翻译
Het meisje rijdt niet. 那个女孩不开车。
Het meisje heeft geen pen. 那个女孩没有笔。
Wat is dit? 这是什么?
Dit is een appel. 这是一个苹果。
Leest zij een krant? 她在看报纸吗?
Nee. 不。

句子类型

荷兰语句子 句子类型
Het meisje rijdt niet. 陈述句
Het meisje heeft geen pen. 陈述句
Wat is dit? 疑问句
Dit is een appel. 陈述句
Leest zij een krant? 疑问句
Nee. 陈述句

语法分析

荷兰语句子 语法分析
Het meisje rijdt niet. 主语 (Het meisje) + 谓语 (rijdt) + 否定词 (niet)
Het meisje heeft geen pen. 主语 (Het meisje) + 谓语 (heeft) + 否定词 (geen) + 宾语 (pen)
Wat is dit? 疑问词 (Wat) + 系动词 (is) + 指示代词 (dit)
Dit is een appel. 主语 (Dit) + 系动词 (is) + 表语 (een appel)
Leest zij een krant? 谓语 (Leest) + 主语 (zij) + 宾语 (een krant)
Nee. 否定词 (Nee)