目录

1-4: Clothing and quantities

名词

de sleutel: [ˈsløːtəl]

中/英:钥匙/key

性:阳性

单数 复数
主(N) de sleutel de sleutels
宾(A) de sleutel de sleutels
与(D) de sleutel de sleutels
属(G) de sleutels de sleutels
  • 主格(Nominativ):De sleutel is op tafel. (钥匙在桌上。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik vind de sleutel. (我找到钥匙了。)
  • 与格(Dativ):Ik geef de sleutel aan hem. (我把钥匙给他。)
  • 属格(Genitiv):De kleur van de sleutels. (钥匙的颜色。)

de bal: [bɑl]

中/英:球/ball

性:阳性

单数 复数
主(N) de bal de ballen
宾(A) de bal de ballen
与(D) de bal de ballen
属(G) de bals de ballen
  • 主格(Nominativ):De bal is rood. (球是红色的。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik gooi de bal. (我扔球。)
  • 与格(Dativ):Ik geef de bal aan het kind. (我把球给了孩子。)
  • 属格(Genitiv):De maat van de bals. (球的大小。)

het bed: [bɛt]

中/英:床/bed

性:中性

单数 复数
主(N) het bed de bedden
宾(A) het bed de bedden
与(D) het bed de bedden
属(G) het beds de bedden
  • 主格(Nominativ):Het bed is groot. (床很大。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik maak het bed op. (我整理床。)
  • 与格(Dativ):Ik slaap op het bed. (我在床上睡觉。)
  • 属格(Genitiv):De poot van het beds. (床的脚。)

het kopje: [ˈkɔpjə]

中/英:杯子/cup

性:中性

单数 复数
主(N) het kopje de kopjes
宾(A) het kopje de kopjes
与(D) het kopje de kopjes
属(G) het kopjes de kopjes
  • 主格(Nominativ):Het kopje is leeg. (杯子是空的。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik vul het kopje. (我填满杯子。)
  • 与格(Dativ):Ik drink uit het kopje. (我从杯子里喝。)
  • 属格(Genitiv):De rand van het kopjes. (杯子的边缘。)

de stoel: [stul]

中/英:椅子/chair

性:阳性

单数 复数
主(N) de stoel de stoelen
宾(A) de stoel de stoelen
与(D) de stoel de stoelen
属(G) de stoels de stoelen
  • 主格(Nominativ):De stoel is kapot. (椅子坏了。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik repareer de stoel. (我修椅子。)
  • 与格(Dativ):Ik zit op de stoel. (我坐在椅子上。)
  • 属格(Genitiv):De poot van de stoels. (椅子的腿。)

de tafel: [ˈtaːfəl]

中/英:桌子/table

性:阳性

单数 复数
主(N) de tafel de tafels
宾(A) de tafel de tafels
与(D) de tafel de tafels
属(G) de tafels de tafels
  • 主格(Nominativ):De tafel is rond. (桌子是圆的。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik zet het boek op de tafel. (我把书放在桌子上。)
  • 与格(Dativ):Ik eet aan de tafel. (我在桌子旁吃饭。)
  • 属格(Genitiv):Het blad van de tafels. (桌子的桌面。)

de telefoon: [ˌteːleˈfoːn]

中/英:电话/telephone

性:阳性

单数 复数
主(N) de telefoon de telefoons
宾(A) de telefoon de telefoons
与(D) de telefoon de telefoons
属(G) de telefoons de telefoons
  • 主格(Nominativ):De telefoon rinkelt. (电话响了。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik antwoord de telefoon. (我接电话。)
  • 与格(Dativ):Ik praat op de telefoon. (我在电话上说话。)
  • 属格(Genitiv):De batterij van de telefoons. (电话的电池。)

de kom: [kɔm]

中/英:碗/bowl

性:阳性

单数 复数
主(N) de kom de kommen
宾(A) de kom de kommen
与(D) de kom de kommen
属(G) de koms de kommen
  • 主格(Nominativ):De kom is vol. (碗是满的。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik vul de kom. (我填满碗。)
  • 与格(Dativ):Ik eet uit de kom. (我从碗里吃。)
  • 属格(Genitiv):De rand van de koms. (碗的边缘。)

het bord: [bɔrt]

中/英:盘子/plate

性:中性

单数 复数
主(N) het bord de borden
宾(A) het bord de borden
与(D) het bord de borden
属(G) het bords de borden
  • 主格(Nominativ):Het bord is schoon. (盘子是干净的。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik was het bord. (我洗盘子。)
  • 与格(Dativ):Ik eet van het bord. (我从盘子里吃。)
  • 属格(Genitiv):De rand van het bords. (盘子的边缘。)

de schoen: [sxun]

中/英:鞋/shoe

性:阳性

单数 复数
主(N) de schoen de schoenen
宾(A) de schoen de schoenen
与(D) de schoen de schoenen
属(G) de schoens de schoenen
  • 主格(Nominativ):De schoen is nieuw. (鞋是新的。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik draag de schoen. (我穿鞋。)
  • 与格(Dativ):Ik geef de schoen aan mijn vriend. (我把鞋给了我的朋友。)
  • 属格(Genitiv):De veter van de schoens. (鞋带。)

het overhemd: [ˈoːvərɦɛmt]

中/英:衬衫/shirt

性:中性

单数 复数
主(N) het overhemd de overhemden
宾(A) het overhemd de overhemden
与(D) het overhemd de overhemden
属(G) het overhemds de overhemden
  • 主格(Nominativ):Het overhemd is gestreken. (衬衫熨好了。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik draag het overhemd. (我穿着衬衫。)
  • 与格(Dativ):Ik koop een overhemd voor mijn vader. (我给我父亲买了一件衬衫。)
  • 属格(Genitiv):De knoop van het overhemds. (衬衫的扣子。)

de bloes: [blus]

中/英:女衬衫/blouse

性:阳性

单数 复数
主(N) de bloes de bloezen
宾(A) de bloes de bloezen
与(D) de bloes de bloezen
属(G) de bloes de bloezen
  • 主格(Nominativ):De bloes is wit. (女衬衫是白色的。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik draag de bloes. (我穿着女衬衫。)
  • 与格(Dativ):Ik koop een bloes voor haar. (我给她买了一件女衬衫。)
  • 属格(Genitiv):De knoop van de bloes. (女衬衫的扣子。)

de broek: [bruk]

中/英:裤子/pants

性:阳性

单数 复数
主(N) de broek de broeken
宾(A) de broek de broeken
与(D) de broek de broeken
属(G) de broeks de broeken
  • 主格(Nominativ):De broek is blauw. (裤子是蓝色的。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik trek de broek aan. (我穿上裤子。)
  • 与格(Dativ):Ik koop een broek voor hem. (我给他买了一条裤子。)
  • 属格(Genitiv):De zak van de broeks. (裤子的口袋。)

de rok: [rɔk]

中/英:裙子/skirt

性:阳性

单数 复数
主(N) de rok de rokken
宾(A) de rok de rokken
与(D) de rok de rokken
属(G) de roks de rokken
  • 主格(Nominativ):De rok is kort. (裙子是短的。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik draag de rok. (我穿着裙子。)
  • 与格(Dativ):Ik koop een rok voor mijn zus. (我给我妹妹买了一条裙子。)
  • 属格(Genitiv):De stof van de roks. (裙子的布料。)

de jurk: [jʏrk]

中/英:连衣裙/dress

性:阳性

单数 复数
主(N) de jurk de jurken
宾(A) de jurk de jurken
与(D) de jurk de jurken
属(G) de jurks de jurken
  • 主格(Nominativ):De jurk is mooi. (连衣裙很漂亮。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik draag de jurk. (我穿着连衣裙。)
  • 与格(Dativ):Ik koop een jurk voor mijn moeder. (我给我妈妈买了一条连衣裙。)
  • 属格(Genitiv):De kleur van de jurks. (连衣裙的颜色。)

de jas: [jɑs]

中/英:外套/coat

性:阳性

单数 复数
主(N) de jas de jassen
宾(A) de jas de jassen
与(D) de jas de jassen
属(G) de jass de jassen
  • 主格(Nominativ):De jas is warm. (外套很暖和。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik draag de jas. (我穿着外套。)
  • 与格(Dativ):Ik hang de jas op. (我挂起外套。)
  • 属格(Genitiv):De mouw van de jass. (外套的袖子。)

de hoed: [hut]

中/英:帽子/hat

性:阳性

单数 复数
主(N) de hoed de hoeden
宾(A) de hoed de hoeden
与(D) de hoed de hoeden
属(G) de hoeds de hoeden
  • 主格(Nominativ):De hoed is zwart. (帽子是黑色的。)
  • 宾格(Akkusativ):Ik draag de hoed. (我戴着帽子。)
  • 与格(Dativ):Ik zet de hoed op. (我戴上帽子。)
  • 属格(Genitiv):De rand van de hoeds. (帽子的边缘。)

动词

dragen:[ˈdraːɣə(n)]

中/英:穿,携带/wear, carry

人称 现在时 过去时 完成时(过去分词)
ik (我) draag droeg gedragen
jij (你) draagt droeg gedragen
hij/zij (他/她) draagt droeg gedragen
wij (我们) dragen droegen gedragen
jullie (你们) dragen droegen gedragen
zij (他们) dragen droegen gedragen

例如:

  • 现在时:Ik draag een jas.(我穿着一件外套。)
  • 过去时:Hij droeg een zware tas.(他提着一个很重的包。)
  • 完成时:Wij hebben de meubels gedragen.(我们搬了家具。)

kopen:[ˈkoːpə(n)]

中/英:买/buy

人称 现在时 过去时 完成时(过去分词)
ik (我) koop kocht gekocht
jij (你) koopt kocht gekocht
hij/zij (他/她) koopt kocht gekocht
wij (我们) kopen kochten gekocht
jullie (你们) kopen kochten gekocht
zij (他们) kopen kochten gekocht

例如:

  • 现在时:Ik koop een boek.(我买一本书。)
  • 过去时:Hij kocht een nieuwe fiets.(他买了一辆新自行车。)
  • 完成时:Wij hebben een huis gekocht.(我们买了一所房子。)

数词

één

twee

drie

vier

vijf

zes

句子

荷兰语句子 翻译 类型 详细语法分析
Er is één bal. 有一个球。 陈述 Er: 存在动词(is)之前的占位词, is: 动词, één: 数词, bal: 名词(主语)
Er zijn drie stoelen. 有三把椅子。 陈述 Er: 存在动词(zijn)之前的占位词, zijn: 动词, drie: 数词, stoelen: 名词(主语)
Hoeveel vissen zijn er? 有多少条鱼? 疑问 Hoeveel: 疑问词, vissen: 名词(主语), zijn: 动词, er: 存在动词之后的占位词
De man draagt geen bloes. 这个男人没穿衬衫。 陈述 De man: 名词短语(主语), draagt: 动词, geen: 否定词, bloes: 名词(宾语)
De man koopt een jas. 这个男人买了一件夹克。 陈述 De man: 名词短语(主语), koopt: 动词, een: 冠词, jas: 名词(宾语)
Wie heeft de hoed? 谁有这顶帽子? 疑问 Wie: 疑问代词(主语), heeft: 动词, de hoed: 名词短语(宾语)
Wie eet er? 谁在吃东西? 疑问 Wie: 疑问代词(主语), eet: 动词, er: 存在动词之后的占位词
De politieagent eet. 警察在吃东西。 陈述 De politieagent: 名词短语(主语), eet: 动词
Wie rent er? 谁在跑? 疑问 Wie: 疑问代词(主语), rent: 动词, er: 存在动词之后的占位词
Wij rennen. 我们在跑。 陈述 Wij: 代词(主语), rennen: 动词